Lijnen en lijnobjecten

 

Gereedschap lijn


Lijnen of lijnobjecten tekenen

 

 

Bediening van het gereedschap

  • Klik op het beginpunt van de lijn
  • Verplaats de cursor
  • Klik op het eindpunt van de lijn
  • (optioneel) Verplaats de cursor
  • (optioneel) Klik om een verbonden lijn te maken
  • (optioneel)  Herhaal stap 4 om verbonden lijnen te maken of keer terug naar het beginpunt van de eerste lijn om een vlak te maken
 

Opmerking: Foutje gemaakt ?


Je maakt snel je handeling ongedaan door alt+backspace te drukken. (“Undo” functie). Je kunt dit vrijwel onbeperkt blijven herhalen.
 

Vormen

 

Alles wat je creëert in sketchup is

  • een rand, of
  • een oppervlak, of
  • een combinatie van beide
 
Randen kunnen op zichzelf bestaan
Echter, oppervlakken kunnen niet op zichzelf bestaan: Oppervlakken bestaan uit reeks omsluitende randen. Veeg zo’n rand uit en ‘t oppervlak is weg.

Maar zo’n oppervlak kun je makkelijk herstellen: Teken de ontbrekende randen erbij, en voila, daar is je oppervlak terug.

 

4 Regels voor correcte randen

 
Er zijn een aantal regels die je moet volgen om succesvol te tekenen met SketchUp
 
 
  • De randen dienen een volle gesloten lus te vormen om een oppervlak te vormen. De lus dient coplanair te zijn. Coplanair is een begrip uit de meetkunde, en betekent dat alle punten in ‘t zelfde vlak liggen. Als een oppervlak zich niet wil vormen (het vult niet grijs), kijk dan eens uit een andere hoek naar dat voorwerp – wellicht zie je dan wel dat randen niet in hetzelfde vlak liggen. In bovenstaande figuur bemerk je dit. Oppervlakken kunnen zich in om het even welk vlak bevinden, dus dat hoeft helemaal niet vertikaal of horizontaal te zijn, maar kan best willekeurig schuin in de ruimte.
  • Om het makkelijker te maken randen te tekenen die coplanair zijn heb je de beschikking over een rode, blauwe en groene as. Als je randen tekent dan “klikken” die makkelijk vast evenwijdig met één van die assen. Dat bemerk je doordat ze dezelfde kleur aannemen als die as. Wil je aansluiten op een eindpunt, maar evenwijdig aan aan as, blijf dan even 2 seconden hangen boven het eindpunt, en ga dan naar de plaats waar je het voorlaatste punt wil hebben. Een stippellijn in de kleur van de as waarmee je evenwijdig loopt bevestigt de te bekomen evenwijdigheid. Let er steeds goed voor op de kleurverandering op te merken zodat je zeker bent van deze evenwijdigheid. Dit zal later veel problemen vermijden.
  • Let ook op de kleuren van de raakpunten. Telkens je van of naar een eindpunt een lijn tekent,  zul je opmerken dat het eindpunt een groen punt wordt. Het midden van een lijn herken je door een kleurverandering van het punt naar Cyaan (blauw). Ben je zomaar om het even waar op een rand, dan zie je een rood punt. Waar 2 randen kruisen krijg je een zwart punt.
  • Teken altijd van en naar bestaanden randen, of teken nieuwe randen niet zomaar over bestaande randen. Als je dus een vlak in 4 wil verdelen, trek de 2de verdeling in 2 stukjes naar het midden toe, en niet over de eerste middenverdeling heen. Je zou immers geen correcte verdeling in 4 vlakken bekomen. Teken dus enkel van en naar randen, niet erover. Deze regel geldt voor alle tekengereedschappen die je gebruikt. Dus trek ook geen cirkels of rechthoeken zomaar over andere randen.